Begrippenlijst

  • Adrenocorticotroop hormoon (ACTH) – hormoon uit de hypofyse dat de bijnieren aanzet tot het maken van cortisol.

  • Amyloïde afzetting – ophoping van verkeerd gevouwen eiwitten in weefsels zoals spieren, wat schade kan veroorzaken.

  • Autoantistoffen – antistoffen die gericht zijn tegen lichaamseigen cellen of weefsels.

  • Auto-immuniteit – wanneer het immuunsysteem lichaamseigen cellen aanvalt alsof het indringers zijn.

  • B-cellen – witte bloedcellen die onderdeel zijn van het adaptieve immuunsysteem: ze maken antistoffen aan. Deze herkennen en binden ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën, zodat het lichaam ze kan opruimen. Sommige B-cellen veranderen in geheugencellen voor snellere reactie bij een volgende besmetting.

  • Bloed-hersenbarrière – beschermende laag tussen het bloed en de hersenen die schadelijke stoffen buitenhoudt.

  • Cardiovasculaire Autonome Disfunctie (CVAD) – verstoorde controle over hartslag en bloeddruk. Normaal zorgt het autonome zenuwstelsel ervoor dat je hartslag en bloeddruk zich aanpassen aan bijvoorbeeld staan, liggen, inspanning of stress. Bij CVAD gebeurt dat niet goed.

  • Cortisol – stresshormoon dat onder andere ontstekingen remt en energie vrijmaakt.

  • Cytokinen – signaalstoffen van het immuunsysteem die ontstekingen kunnen aanwakkeren of remmen.

  • CC-chemokinen: trekken monocyten en T-cellen aan, betrokken bij chronische ontsteking.

  • CXC-chemokinen: trekken neutrofielen aan, betrokken bij acute immuunreacties.

  • Deconditionering – achteruitgang van spierkracht en conditie door langdurige inactiviteit.

  • Dysautonomie – verstoring van het autonome zenuwstelsel, dat functies als hartslag en bloeddruk regelt.

  • Endotheel – binnenste bekleding van bloedvaten, betrokken bij vaatfunctie en ontstekingsreacties.

  • G-eiwitgekoppelde receptoren (GPCRs) – zijn speciale eiwitten op het oppervlak van cellen die helpen bij het doorgeven van signalen binnen het lichaam. Ze spelen een cruciale rol in communicatie tussen cellen en reguleren veel lichaamsfuncties, zoals het zenuwstelsel, het immuunsysteem en de hormoonhuishouding.

  • Hippocampus – een structuur diep in de hersenen die een belangrijke rol speelt bij geheugen en leren.

  • HPA-as – samenwerking tussen hersenen en bijnieren voor de productie van stresshormonen.

  • Immunoglobulinen – ook wel antistoffen of antilichamen genoemd, zijn eiwitten die door het afweersysteem (specifiek B-cellen) worden gemaakt om ziekteverwekkers zoals virussen, bacteriën en toxines te herkennen en uit te schakelen.

  • Inspanningsintolerantie – moeite om lichamelijke of mentale inspanning te verrichten zonder direct klachten te krijgen. Klachten zoals vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid of pijn ontstaan tijdens of vlak na de inspanning. (zie onder ‘Postexertionele Malaise’ voor verschillen).

  • Interferon(en) – zijn eiwitten die door je lichaamscellen worden aangemaakt als reactie op virussen, bacteriën of andere indringers. Ze horen bij het immuunsysteem en spelen een belangrijke rol in de eerste afweer tegen infecties. Aanhoudend verhoogde interferonactiviteit kan duiden op een chronisch geactiveerd immuunsysteem, ook al is de oorspronkelijke infectie reeds weg.

  • Microglia – immuuncellen in de hersenen die bij overactivatie kunnen bijdragen aan neurologische klachten.

  • Mitochondriale dysfunctie – stoornis in de energieproductie van de cel, vaak betrokken bij vermoeidheidsklachten.

  • Mitochondriën – celorganellen die energie produceren voor de cel.

  • Neuro-inflammatie – ontsteking in het zenuwstelsel, vaak geassocieerd met hersen- of zenuwklachten.

  • ‘Off-label’ behandeling – medicijn dat wordt voorgeschreven voor een aandoening, dosering of patiëntengroep waarvoor het officieel niet is goedgekeurd door geneesmiddelenautoriteiten zoals het CBG (Nederland) of de FDA (VS).

  • Orthostatische intolerantie – problemen met bloeddrukregulatie bij opstaan, vaak met duizeligheid of hartkloppingen.

  • Oxidatieve stress – schade door vrije zuurstofradicalen als gevolg van een verstoorde balans in het lichaam.

  • Placebo – een nepbehandeling (pil, injectie of ander middel zonder werkzame stof) die bedoeld is om geen echt medisch effect te hebben. Deze wordt gebruikt in wetenschappelijk onderzoek om te testen of een nieuwe behandeling echt werkt, of dat het effect alleen ontstaat omdat de patiënt denkt dat hij iets werkzaams krijgt.

  • Post-exertionele malaise (PEM) – toename van bestaande of nieuwe klachten na (lichte) lichamelijke of mentale inspanning met de volgende kenmerken: 1. Klachten zijn disproportioneel, 2. Er is sprake van functieverlies, 3. Het herstel duurt vaak dagen tot weken. En vaak, maar hoeft niet, treden deze klachten pas vertraagd op (12-72 uur na inspanning). PEM is een symptoom typerend voor ME/CVS en LC.

  • Posturaal Orthostatisch Tachycardie Syndroom (POTS) – een vorm van dysautonomie waarbij de hartslag onnatuurlijk snel stijgt (≥30 slagen per minuut bij volwassenen, of ≥40 bij jongeren) binnen tien minuten na opstaan of rechtop zitten, zonder dat de bloeddruk sterk daalt.

  • Serotonine – neurotransmitter die betrokken is bij stemming, slaap en geheugen.

  • Sham – zie bij ‘Placebo’. Alleen wordt dan een nagebootste nep medische handeling gebruikt.

  • T-cellen – witte bloedcellen die onderdeel zijn van het adaptieve immuunsysteem. Ze zijn de regelaars en strijders van het immuunsysteem. Er zijn verschillende typen:

-          T-helpercellen (CD4+): sturen andere afweercellen aan.

-          Cytotoxische T-cellen (CD8+): doden geïnfecteerde of afwijkende cellen.

-          Regulerende T-cellen: zorgen dat de immuunreactie niet te heftig wordt.

  • TorS – het syndroom van overactieve mTORC1. Dit is een eiwit dat regelt hoe cellen groeien, delen en energie gebruiken. Als dit systeem chronisch ontregeld is, kan het leiden tot verstoorde energieproductie, chronische ontsteking, hormonale en neurologische disbalans.

  • Tryptofaan – essentieel aminozuur, bouwstof voor serotonine en kynurenine.

  • Vasculitis – ontsteking van bloedvaten die de bloeddoorstroming belemmert.